De tienermeisjes Clarisse en Jeanette uit Rwanda worden opgevoed door een pleegmoeder, omdat hun eigen moeder niet goed voor hen kon zorgen. Kerk in Actie maakte eerder een film van hen. Hoe gaat het nu met dit gezin in coronatijd?
Wereldwijd leven meer dan 725 miljoen kinderen in arme gezinnen, vooral in Afrika en Zuid-Azië. In 2020 is dat aantal door de coronacrisis met 140 miljoen kinderen gestegen, omdat werk en inkomsten van hun ouders weg vielen. Hoewel de meeste kinderen zelf niet ziek zijn, dreigen zij wel het grootste slachtoffer te worden.
Vanwege het hoge aantal coronabesmettingen moeten de kerken hier in Libanon de komende weken dicht blijven. Voor veel mensen is dat een teleurstelling. Juist in deze tijd vinden ze steun in het geloof. Net voor de lockdown vertelde een buurvrouw die terugkwam van de eucharistieviering: “Ik weet dat ik voorzichtig moet zijn, maar ik had zo’n verlangen om te gaan.”
Docent systematische theologie en missiologie
In 2020 konden vanwege de corona-pandemie geen nieuwe straatmeisjes getraind worden. We vertellen graag over meisjes die eerder getraind werden in het opvangcentrum Lifeline in Accra, zoals Joyce (22) die het kappersvak leerde. Lifeline betekent veel voor kansarme meisjes. Niet alleen de training, maar ook de langdurige steun en aandacht, alsof je familie bent.
De christelijke familie Masih blééf doorprocederen voor asiel. Terugkeer naar Pakistan was levensgevaarlijk, beschuldigd van blasfemie. Ze kregen uiteindelijk een status. Dat daar zes (!) asielaanvragen voor nodig waren, kun je hen aanrekenen maar ook het Nederlandse systeem.
Eén van de mensen zonder papieren die gebruik maken van de bed-, bad-, en broodregeling in de Pauluskerk is Mohammed. Hij krijgt ook begeleiding van het vluchtelingenwerk van de Pauluskerk, volgens het 8-fasenmodel, en volgt sinds kort een opleiding tot kleermaker.
Leila uit Afghanistan zat zelf jarenlang in een Grieks opvangkamp. Inmiddels heeft ze een verblijfsvergunning voor Nederland. Vanuit de TussenVoorziening van INLIA, partner van Kerk in Actie, in Eelde smeekt ze haar nieuwe landgenoten hun harten te openen voor de mensen uit het afgebrande Moria en de andere kampen.
Ze had het al in haar hoofd toen ze 10 was: later als ze groot was, zou ze mensen in arme landen gaan helpen. Astrid Swadberg, verpleegkundige bij INLIA, heeft het ideaal uit haar jeugd ruimschoots waargemaakt. Ze werkte op de Mercy Ships voor de kusten van Togo, Senegal, Madagaskar en Zuid-Afrika en in de sloppenwijken van Brazilië.
Arash is een 34-jarige vluchteling uit Iran en wil graag zijn verhaal delen. Hij is het Nederlands nog niet zo machtig, maar doet erg zijn best om de taal te leren. Hij hunkert naar contact met anderen.
Vrouwen in de opvang produceren honderden mondkapjes voor gasten, medewerkers en vrijwilligers van alle INLIA-locaties. Tijdens het naaien wordt er Nederlands geoefend.