De impact van het oude zendingswerk…
In Nederland zijn er veel vrijwilligers actief in de kerk, maar in Noord-Ghana draaien de kleine dorpskerken bijna volledig op vrijwilligers, die vaak laaggeschoold zijn. Vooral de vrijwillige voorgangers zijn de steunpilaren van dit soort kerken, die uit 50 tot 100 leden bestaan en vaak ver uit elkaar liggen (te voet, per fiets of brommer). Mooi als zij door trainingen beter voorbereid zijn op hun taak, zeker bij een kerk die groeit.
Voorgangers opleiden
We zien veel kleine lemen kerkgebouwen van zo’n 60 m2 met in de buurt geregeld het fundament van een grotere kerk van steen in aanbouw. Kerk in Actie betaalt uit principe niet mee aan kerkgebouwen, want dat moeten mensen zelf opbrengen of bouwen. Maar we investeren wel in mensen, zoals trainingen voor lekenpredikant Philip Wumbee, waarbij we zondag in de kerk waren. Vooral voor ongeschoolde mensen als Philip is het belangrijk om iets meer kennis te hebben van het christendom. Philip is langzaam opgeklommen via alle trainingen. Een jongen die als kind de koeien moest hoeden, die op volwassen leeftijd leerde lezen en schrijven, preekt nu, geeft bijbelstudies en biedt pastorale zorg.
Veel onderwerpen te bespreken
Philip moet geregeld lachen om de vreemde vragen die ik hem stel, zoals waarom hij bij zijn oom is opgegroeid en waarom zijn neefjes nu bij hem wonen. Voor Ghanezen is het heel vanzelfsprekend om familieleden voor enige tijd in huis te hebben en om niet bij je eigen ouders op te groeien. Ik spreek verschillende lekenpredikanten over hun motivatie voor hun werk en wat de trainingen voor hen betekenen. Maar daarnaast komen allerlei andere onderwerpen ter sprake, omdat ze hun kerkenwerk vrijwillig doen en daarnaast dus veel andere verplichtingen hebben. We praten bijvoorbeeld over familielijnen in Ghana, erfrecht, boze geesten en zelfs over kinderloosheid.
Etnische verwantschap weegt zwaarder dan religie
Het is me inmiddels wel heel duidelijk dat christenen en moslims aardig gemengd wonen en zeker in de dorpen meestal goed met elkaar samenleven. Etnische verwantschap weegt hier zwaarder dan religieuze verschillen. Pastor James vertelt me hoe ze in de Noord-Ghanese dorpen Kerst en Pasen samen vieren met moslims. En andersom vieren zij ook de feesten van de moslims uit hun dorp mee. “We slachten tijdens die gezamenlijke feesten geen varkens, want we willen natuurlijk wel dat iedereen mee kan eten.” legt hij uit. “Als je samen feest viert weet je niet meer wie christen is of wie moslim is. We delen ons eten met elkaar en we gaan van huis tot huis om te drinken.”
Samen feesten vieren
Rond kerst bezoekt men iedere dag een ander dorp om feest te vieren. Met Pasen vieren verschillende dorpen drie dagen samen feest en worden er allerlei sprekers over algemene onderwerpen uitgenodigd: gezondheidszorg, onderwijs, landbouw, omgaan met conflicten. Natuurlijk proberen de volwassenen dan ook nieuwe leden te werven voor hun kerk. De jongeren zien het als uitgelezen kans om een leuke huwelijkskandidaat te spotten…. En in arme dorpen waar het leven soms hard is en er weinig gebeurt, zijn dit soort bijeenkomsten van de kerk de grote momenten, die het leven feestelijk maken.
Op bezoek bij een dorpshoofd
Een prachtig moment is ook als we samen met pastor James en de imam bij het dorpshoofd op bezoek gaan in zijn blauw geschilderde lemen woning. Deze oude man met bril en islamistische hoofdbedekking zit in een prachtig blauw wijd gewaad op een verhoging. Hij is omringd door oude wijze mannen, waarvan er een wordt aangeduid als degene die voor het dorpshoofd kan spreken, maar ook zijn krijgers, die toch al flink op leeftijd zijn. Ik weet na bijna een week in het noorden wel hoe ik me behoor te gedragen bij een dorpshoofd. Als ik de lemen ronde ruimte binnenstap ga ik door mijn knieën en groet ik het dorpshoofd en zijn metgezellen diverse keren buigend met de woorden ‘naaaa, naaaaa, naaaa” Wat met eenzelfde ‘naaa, naaaa” begroet wordt.
Atze van den Broek
De christenen hier in het noorden zijn in de jaren zeventig in aanraking met het christendom gekomen via oude zendelingen, zoals Atze van den Broek. Ik word dan ook aangeduid als “zij komt uit het dorp van Atze van den Broek”. De hoge heren knikken tevreden. Banden met de Grote Pastor Atze…, dan zit het wel goed…. Mochten jullie dus nog eens in Noord-Ghana komen, dan weten jullie nu wat het wachtwoord is. ;-)
Florette, 18 november 2019