Na 16 jaar straatleven een weg terug...
Christine is opgegroeid in een klein dorp in het droge noordoosten van Oeganda. Dat dorp bestaat uit een aantal lemen huizen. Het leven is er hard, omdat aan alles tekort is. Door alle problemen is er ook veel huiselijk geweld. Als Christine 10 jaar is, wordt ze op straat gezet door haar ouders. Ze besluit naar de grote stad Kampala te reizen, een lange reis van twee dagen per bus. Ze hoopt daar een beter leven te krijgen, maar ze dat blijkt niet zo makkelijk als gedacht. Ze belandt op straat.
Christine leert daar een man kennen met wie ze op jonge leeftijd drie kinderen krijgt. Maar op een kwade dag laat deze man haar in de steek. Ze blijft alleen achter met haar drie kinderen. Ze houden zichzelf in leven door te bedelen, vooral tussen de auto's die 's morgens en 's avonds in de file staan. Ze slapen op de veranda van een supermarkt.
Op een goede dag wordt Christine benaderd door een sociaal werkster. Er ontstaat langzaamaan steeds beter contact. En na enige tijd weet deze sociaal werkster Christine over te halen om naar een opvangcentrum te komen, zodat ze haar leven op straat kan beëindigen. Christine stemt toe en blijft drie maanden in het centrum, waar ze zich na zestien jaar straatleven voorbereidt op terugkeer naar haar geboortedorp.
Nu is terug in haar geboortestreek Karamoja. Ze is erg blij dat ze deze stap genomen heeft, vooral omdat het straatleven met haar kinderen echt niet meer te doen was. Ze krijgt binnenkort de kans om een eigen bedrijfje te starten om sieraden te maken. Dat zal haar in staat stellen geld te verdienen. En met dat geld kan ze beter voor haar kinderen zorgen en ze ook weer naar school sturen. Voor het eerst in 26 jaar lacht het leven haar weer toe.