Met een Uber-taxi ga ik ’s morgens naar het hoofdkantoor van de Ghanese organisatie AG Care, dat lastig te vinden is. Sinds 2013 zijn er straatnamen en adressen geïntroduceerd in Accra, maar het is overduidelijk dat men daar nog niet aan gewend is. Als je vraagt waar je precies moet zijn, krijg je een Google-maps-link toegestuurd of ze zeggen dat je maar moet bellen als je bij een bepaald punt in de buurt bent. Het kantoor van AG Care is bepaald geen luxueus pand. In tegenstelling tot de kerk van de Assemblies of God (waar AG voor staat). Dat is een prachtig groot kerkgebouw.
In Nederland zijn er veel vrijwilligers actief in de kerk, maar in Noord-Ghana draaien de kleine dorpskerken bijna volledig op vrijwilligers, die vaak laaggeschoold zijn. Vooral de vrijwillige voorgangers zijn de steunpilaren van dit soort kerken, die uit 50 tot 100 leden bestaan en vaak ver uit elkaar liggen (te voet, per fiets of brommer). Mooi als zij door trainingen beter voorbereid zijn op hun taak, zeker bij een kerk die groeit.
Vandaag bezoek ik samen met Petri het trainingscentrum van de Presbyteriaanse kerk in Tamale in Noord-Ghana. Hier worden allerlei trainingen gegeven. Via Kerk in Actie steunen we vooral het alfabetiseringswerk (dat we eerder bezochten), de opleiding van vrijwillige voorgangers (dat we later zullen bezoeken) en de vaktrainingen voor kansarme jongeren, die vandaag centraal staan. Terwijl Petri de openingsceremonie van het net gestarte programma bijwoont, spreek ik met jongeren die de training vanaf maandag zullen gaan volgen: Elisha, zijn zus Tunteeya, Monica en Priscilla.
“Halleluja”-“Amen” – Twee weken geleden klonken die woorden bij de Ghanese kerk in Amsterdam. Vandaag hoor ik dat opnieuw bij de Presbyteriaanse kerkdienst, waar Petri en ik te gast zijn in een klein dorp in Noord-Ghana.
Vandaag gaan collega Petri en ik op stap met de Presbyteriaanse Kerk, die hier in de afgelegen dorpen in het arme noorden van Ghana kerkdiensten leidt en alfabetiseringscursussen opzet. Officieel moet ieder kind natuurlijk naar school, ook in Ghana. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. De mensen in het noorden zijn behoorlijk aan hun lot overgelaten. Dat vind ik toch wel schokkend om te zien.
Samen met collega Petri ben ik twee dagen op stap met onze Ghanese partner AG Care. Zij vangen straatmeisjes op, die vanuit het arme Noord-Ghana naar de hoofdstad Accra komen, de meesten om als drager op de grote markt te gaan werken. We bezoeken hun werk in het noorden: wat gebeurt er met meisjes die terugkeren na hun training in het opvangcentrum en wat gebeurt er aan preventie om te voorkomen dat er steeds weer opnieuw meisjes op straat belanden?
“Halleluja”-“Amen” klonk het geregeld tijdens de kerkdienst die ik afgelopen zondag bezocht. Volgende week ga ik voor Kerk in Actie naar Ghana samen met mijn collega Petri Hofland. Voor vertrek bezoeken we een van de vele Ghanese kerkdiensten in Amsterdam Zuidoost, beter bekend als de Bijlmer. Ik neem jullie graag mee op deze reis, allereerst bij een Ghanese kerkdienst in Nederland.
James Kofi Annan werkte tussen zijn 6e en zijn 13e jaar op het stuwmeer Lake Volta. Inmiddels zet hij zich met man en macht in om kinderen die gedwongen in de visserij werken te redden en deze vorm van kinderslavernij volledig uit te bannen in Ghana. Wat is zijn achtergrond, zijn motivatie en aanpak om dit ambitieuze doel te bereiken?
Koby in Ghana is twaalf jaar oud, maar heeft al een heel leven achter zich. Toen hij nog maar zeven jaar was, stuurde zijn moeder hem zonder enig overleg naar zijn oom en tante die bij het enorme stuwmeer Lake Volta woonden. Ze werkten daar als vissers en konden de hulp van hun kleine neefje goed gebruiken.
In het noorden van Ghana komt het op het platteland nog voor dat mannen met meerdere vrouwen trouwen en dat vrouwen uitgehuwelijkt worden. Dat overkwam Gifty. Zij was bij haar geboorte door haar vader als letterlijke gift beloofd aan een andere familie, zodat hij zelf weer zou kunnen trouwen met een vrouw van deze familie.