Haar verhaal zou niet misstaan in de bundel die asieladvocaten aanboden aan de Tweede Kamer en de Raad van State: ‘Ongehoord: onrecht in het vreemdelingenrecht’. De bundel toont hoe de overheid vreemdelingen regelmatig net zo slecht behandelt als de slachtoffers in de toeslagenaffaire: migranten worden bij voorbaat weggezet als oplichters, de overheid houdt rigide vast aan regeltjes en de bestuursrechter controleert onvoldoende. Dona kan van alle drie meespreken.
“Kun je niet ‘ns een verhaal schrijven over gasten van ons die een aanwinst zijn voor de maatschappij?”, vraagt INLIA-medewerker Jinke. De mensen die altijd klaar staan om te helpen mogen wel eens belicht, vindt ze. Mensen zoals Bryan. “Daar mag je blij mee zijn als land.”
Ze zijn deze maand op de kop af 18 jaar in Nederland, de Burundese Sophie en haar dochter Solange. 18 jaar van onzekerheid en steeds weer verkassen. Toch is Sophie al 9 jaar vrijwilliger in een zorgcentrum en is Solange bijna klaar met haar studie HR-management. Kop d’r veur heet dat in Groningen, hoe zeg je dat eigenlijk in Burundi?
De christelijke familie Masih blééf doorprocederen voor asiel. Terugkeer naar Pakistan was levensgevaarlijk, beschuldigd van blasfemie. Ze kregen uiteindelijk een status. Dat daar zes (!) asielaanvragen voor nodig waren, kun je hen aanrekenen maar ook het Nederlandse systeem.
Eén van de mensen zonder papieren die gebruik maken van de bed-, bad-, en broodregeling in de Pauluskerk is Mohammed. Hij krijgt ook begeleiding van het vluchtelingenwerk van de Pauluskerk, volgens het 8-fasenmodel, en volgt sinds kort een opleiding tot kleermaker.
Arash is een 34-jarige vluchteling uit Iran en wil graag zijn verhaal delen. Hij is het Nederlands nog niet zo machtig, maar doet erg zijn best om de taal te leren. Hij hunkert naar contact met anderen.
Ze schuift het onderste luikje een centimeter of tien open. Daar kan ze dan nét de envelop met het leefgeld en de brief met de nieuwste corona-instructies doorheen steken. Door het raam van de bouwkeet glimlacht ze nog even naar de man die het aanneemt. Geen handdruk, geen schouderklopje. “Je moet er niet aan denken dat we het coronavirus hier krijgen”. INLIA, partner van Kerk in Actie, neemt vele maatregelen om gasten en medewerkers te beschermen.
"Ik ben heel trots op wat we doen", zegt verpleegkundige Alfa de Bruijn, "We laten mensen niet op straat staan, we blijven hen de hand reiken, ook als het heel moeilijk is en alles tegenzit. We geven niet op. Nooit." Ze knikt erbij. Zo is het.
“We hebben er zeker geen spijt van”, zegt Bert Vastenburg opgeruimd. De voorzitter van Stichting Op ’t Stee blikt terug op de overdracht van de ‘bed, bad, brood’-opvang in Emmen aan INLIA-Projecten, bijna een jaar geleden.
Piiiieeeewwwww BAM!! Omid kan het geluid van een inkomende raket nog precies nadoen. Het is 22 jaar geleden – hij was slechts 5 jaar oud – dat zijn gezin Afghanistan ontvluchtte, maar dat geluid weet hij nog. De Taliban veroverden toen de plaats waar het gezin woonde.