“ Ja, maar dat is allemaal zo ver weg. Daar heb ik niet zoveel mee”. Die uitspraak hoor ik vaak. Veel vaker dan me lief is. Mensen, soms ook diakenen, die al die projecten in verre landen liefst terzijde leggen en zich inzetten voor de nood dichtbij. Terwijl er met dat laatste natuurlijk niets mis is, is er wel iets mis met de uitspraak. Twee dingen zelfs.
Kerk in Actie ontving tragisch nieuws: twee mensen, gevlucht en hier opgevangen, zijn overleden. Zelfmoord en moord.
Ik zag haar in de rij staan voor de voedselbank terwijl ik daar langs liep. Ik wist helemaal niet dat ze dat nodig had. Ik besloot op zondag haar even aan te spreken. Ze ontkende dat ze daar geweest was. Ik vond toch dat ik iets moest doen. Daarom zorgde ik ervoor dat ze een kerstgift kreeg van de kerk. Ze kwam naar me toe en zei: "Dat heb jij zeker geregeld. Dat vind ik niet leuk." Toch kwamen we tot een goed gesprek.
Aan het eind van de middag plots een mail van diaken Tine Kouwenhoven uit Papendrecht: moeder en dochter Sharif hebben een verblijfsvergunning gekregen. Dochter Khadija die al een vergunning tot verblijf had kan nu weer haar eigen leven oppakken. Ze kan nu voor kraamhulp studeren, want dat was steeds haar plan. Een warm gevoel van blijdschap trekt door me heen.
Net als in het kerstverhaal is er ook nu voor veel mensen in Nederland geen plaats om te overnachten.
De ene keer gaat het om een broer. De andere keer om ouders. Het Syrisch gemeentelid woont soms al vele jaren in Nederland. Soms nog maar net. Voor hen is de oorlog ook hier. In hun hart. In hun zorgen.
“Ik hoorde mortier granaten buiten vallen, mijn ruiten rammelden en mijn hart ging als een razende tekeer”. Terwijl de winterzon hier vrolijk naar binnen schijnt, het buiten knisperkoud is en binnen het behaaglijk is en het Magnificat van Vivaldi klinkt, komt de mail van Sara uit Syrie binnen als een ijskoude windvlaag.
Jaarlijks gedenken we aan de Amstel, in de week van Allerzielen, de omgekomen vluchtelingen aan de grens van Europa. Zo ook dit jaar. Na vooraf een programma op de zolder van de Protestantse Kerk in Amsterdam aan de Nieuwe Keizersgracht, gaan we op pad naar de Amstel. Daar staan ook dit jaar al weer heel wat mensen klaar. We zijn met ongeveer 150 man en vrouw.
Op 31 maart 2016 werd ik door Amnesty International benaderd over een gezin dat uiteen gerukt was. Moeder en zoontje waren in Nederland, maar de vader, gehandicapt door polio in zijn jeugd was met twee dochters ook op pad gegaan om zich te voegen bij zijn gezin. Zij waren vast gelopen in Idomeni bij de grens. Ze konden niet verder en leefden nu in het zelf opgezette tentenkamp daar in de modder. Te midden van 40.000 vluchtelingen die net als zij vast zaten. De vraag aan ons was of Kerk in Actie kon helpen het gezin weer bijeen te brengen.
Zaterdagavond waken we in Amsterdam, samen met christenen in het Midden-Oosten bidden we om vrede. Zondag lopen we door Enschede, een vredestocht als start van de Vredesweek, waar de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap in Nederland sterk vertegenwoordigd zal zijn. Vorige week was ik in het Midden-Oosten, om een vergadering van de Middle East Council of Churches bij te wonen. En dagelijks bereiken ons de verhalen van verschrikking uit Syrië en Irak. Als er ergens vrede nodig is, is het wel daar.