Recife 2010: 'Mijn huid is te zwart'
22 sep 2010
" Mijn huid is te zwart"Zittend op een bankje drinken we cocoswater en bekijken de gehaaste mensen die langskomen, het drukke verkeer. Het is snikheet en we weten dat deze drank het makkelijker zal maken om de dorst te lessen. Een kleine, zwarte jongen, ongeveer 6-7 jaar naar we inschatten, enkel gekleed met een korte broek met gaten en zonder schoeisel, loopt langs en bedelt om 2 real (0.80 eurocent). Hij kijkt ons aan met gelige ogen, rillend. We nodigen hem uit met ons mee cocoswater te drinken. Gretig neemt hij het aan. Hij blijft trillen. Hij blijkt het koud te hebben bij een temperatuur van ongeveer 30 graden. In twee dagen niet gegeten vertelt hij. Zijn moeder had niets meer. Hoe het komt dat hij zomaar in het midden van de dag rondloopt , gaat hij dan niet naar school? Hij geeft ons een kort verslag: ze hebben hem op school macaco (aap) genoemd en zijn moeder puta (hoer). Toen heeft hij het speelgoed van een meisje gepakt en kapot gegooid. En toen is hij de school uitgestuurd. Einde ‘opleiding’, wat hij spijtig vindt, zegt hij. Hij wou graag terug maar werd niet meer toegelaten en dus leeft hij nu van degenen die hem helpen aan wat eten te komen. De man van de cocoskraam bevestigt zijn verhaal en zegt hem dagelijks te zien, zoekend naar wat eten voor hemzelf en zijn moeder. Hij denkt ook dat hij niet aan de lijm verslaafd is, zoals sommige anderen op de straat, want dan zien ze er anders uit verzekert hij ons. We gaan samen met de jongen wat fruit halen en een broodje. Zijn moeder is echt geen puta verzekert hij. We zeggen hem ook dat we niet zien waarom ze hem macaco noemden. ‘Mijn huid is te zwart’, zegt hij. Tussen al de gekleurde mensen in Recife behoort hij tot een van de zwartste. Zo gaat dat nu eenmaal. In Brazilië bestaan in de Portugese taal meer dan 35 woorden om de verschillende tinten van gekleurde huid te benoemen, en ja dan behoort hij wel tot de drie laatste, meest donkere woorden.Het strandOp zondag ga ik ’s middags even tot aan het strand. Bij de praia Boa Viagem, waar vlakbij een van de rivieren in de zee stroomt, is het onnoemelijk druk . Zwart van de mensen en van de zwartgekleurde huiden, puur natuur, geen gevolg van zon maar van generaties aangevoerde slaven. Evenwijdig aan de vloedlijn lopen de recifes: natuurlijke rots- koraalachtige langgerekte dammen, met hier en daar een opening naar de volle zee. Recife dankt zijn naam aan deze gesteenten die bij vloed door het water worden overstroomd. Jonge kinderen staan met honderden op de dammen en duiken aan beide kanten in de zee. Het meest noordelijke punt van het Boa Viagem-strand, vlak bij de dam waar een van de rivieren van de stad de zee instroomt, is bekend als het armste stuk van het vele kilometerslange strand van Recife. De laatste 15 jaar hebben 46 aanvallen door haaien er 16 doden tot gevolg gehad. Slachthuizen gooiden hun slachtafval en bloed van runderen in het water van de rivier, wat vervolgens de haaien heeft aangetrokken. Er komt nu een verbod vanuit de stad om dat nog langer te doen. Op deze plek van het strand ligt het vol rommel: plastic, stenen, glas, touwen en het ruikt er niet zo aantrekkelijk. Maar de wind maakt veel goed. Er wordt volop gezwommen en gedoken in de kleine lagunes rond de recifes. Groepjes mensen zitten met kleine keteltjes met eten de middag door te komen, er wordt veel gelachen en gespeeld. Een paar mannen leiden een drietal paarden. Twee van de paarden hebben duidelijk wonden aan de poten. Terwijl er ook anderen in het water zwemmen, beginnen ze de paarden in het water een wasbeurt te geven. De paarden blijken ervan te genieten en schromen niet om ondertussen hun behoefte te doen in deze plassen: tussen de spelende kinderen door. Niemand schijnt er zich aan te storen. Een paard trekt een kleine houten kar van ongeveer twee meter, met daarin CD’s en een onmogelijk lawaaiige soundblaster. De eigenaar roept heel hard, maar niemand voelt zich aangesproken om iets te kopen. De zon en het water maken loom. Ik loop een kleine 500 meter zuidwaarts langs het strand. Stilaan worden de huiden van de mensen iets lichter: we doorlopen zo ongeveer de 35 Portugese woorden en het uitzicht op de dijk aan het strand verandert: prachtige gebouwen worden er gebouwd, er zijn veiligheidsagenten rondom en iets verderop is een mooie skyline waar geen van onze Nederlandse steden aan kan tippen. Het strand kent zijn verschillen in rassen en standen. Mooie auto’s flitsen langs en luxe geklede mannen en vrouwen flaneren over de dijk. Het rijkere deel van Boa Viagem, waar geen vuile rivier en paardendrollen in het water stromen en waar rotzooi op het strand taboe is. (Lieve Troch)