Doorgaan naar hoofdinhoud subline-curl

Hoe voetbalclubs levens kunnen veranderen

Juma groeide op in armoede in Kenia, werd buitengesloten en uitgelachen. Via onderwijs wist hij uit de armoedespiraal te ontsnappen. Nu stimuleert hij jongeren van verschillende religieuze achtergronden, om niet in de criminaliteit te belanden maar samen hun eigen leven en de buurt weer leefbaar te maken.

Juma groeide op in armoede 

Zijn vader vertrok toen hij nog maar een kind was. Juma’s moeder stond er alleen voor met haar kinderen. Ze verkocht kokosnoten, houtskool en alles wat haar gezin overeind kon houden. De kleine Juma hielp haar door voor zonsopgang water te halen bij het boorgat. De zware jerrycan balanceerde kilometers op zijn hoofd onderweg naar huis.  De avonden werden alleen verlicht door het houtvuur. Juma zag de groeven in zijn moeders gezicht. Regelmatig was er niets te eten. Zijn moeder deed alsof ze geen honger had, zodat er meer over was voor hen. Het was nooit zeker of hij naar school kon. Als het lukte was dat vaak met een lege maag, op blote voeten, zijn boeken in een oude plastic zak gepropt. Vaak beschaamd over zijn gescheurde uniform, dat rook naar houtvuur. Sommige jongens haalden hun neus op, anderen lachten. Toch ging hij naar binnen, want hij wist dat onderwijs zijn enige kans was om weg te komen. Als hij goed zijn best deed zou buiten een beter leven op hem wachten. 

Jongeren verlieten school te vroeg 

Juma kon goed leren. Dat bracht hem verder. Maar hij zag zijn vrienden één voor één de school verlaten: sommige zakten voor hun examens en er was geen geld voor herkansing. Anderen moesten vroeg trouwen of vertrokken naar Mombasa om te werken. Velen kwamen teleurgesteld terug, met schulden. Ze waren niet dom of roekeloos, maar zaten gevangen in een systeem waarin ze niets te kiezen hadden. Juma herinnert zich hun beschaamde gezichten als iemand naar hun opleiding vroeg. Hij wist welke dromen ze ooit hadden gehad. Dromen die bedolven waren onder het dagelijkse gewicht van overleven en constante vernederingen. 'Ze waren niet lui', zegt Juma zachtjes. 'Ze konden gewoon niet anders.' 


Geen werk of vooruitzichten 

Hij zag de jongens rondhangen bij kiosken, dronken tegen de middag, ruzie makend over poolspelletjes, die ze zich niet konden veroorloven. Niemand sprak er openlijk over. Geestelijke gezondheid was taboe, werd afgedaan als luiheid, zwakte of erger nog: hekserij. Juma ging met ze praten, zat urenlang op bankjes onder mangobomen en op binnenplaatsen bij kerken en moskeeën. De jongeren gaven toe dat ze niets te doen hadden: geen werk of vooruitzichten. Hun dagen gingen voorbij met drinken, spelletjes spelen en vechten om niets. Ze wilden vooral niet afhankelijk zijn van anderen.  

Drugs, drank, stelen, vechten... trauma's 

Juma wilde iets voor deze jongens betekenen. Hij kende hun pijn. Hij ging aan de slag bij Samba Sports Youth Trust, een lokaal initiatief dat voetbal gebruikt als brug naar moeilijke gesprekken. Juma organiseerde voetbalwedstrijden om met kansarme jongeren in gesprek te komen. Na de wedstrijden zaten ze in cirkels op het gras. Ze spraken met elkaar over drugs, over woede, over het gevoel dat je niets bent. In het begin lachten de jongens het weg, noemden het kinderachtig. Maar uiteindelijk gingen ze naar elkaar luisteren. Ze hoorden elkaar toegeven dat ze dronken om te vergeten, dat ze vochten omdat ze zich daardoor in controle voelden, dat ze niet uit hebzucht maar uit wanhoop gingen stelen. Juma herinnert zich een jongen die in tranen uitbarstte en bekende dat hij zijn moeder had geslagen. Een ander gaf beschaamd toe dat hij zijn tante had bestolen. Niemand lachte. Niemand spotte. Ze begrepen elkaar.  

Hun levens veranderen 

Dat stopte niet van de ene op de andere dag, maar geleidelijk veranderde er iets. De gevechten werden minder wreed. Sommige jongens gingen thuis meehelpen. Anderen stopten met drinken. 'Soms heb je maar één eerlijk gesprek nodig op een plek waar je niet wordt beoordeeld.' meent Juma. Hij startte Young Generation Talent Nurture vanuit de overtuiging dat jonge mensen in Kwale al talent hebben, en dat ze mensen nodig hebben die in hen geloven. Nu organiseert hij ontmoetingsplekken waar jonge mensen hun plannen kunnen bespreken, een ambacht kunnen uitoefenen en muziek maken. Hij nodigt lokale ambachtslieden uit om te vertellen hoe ze hun bedrijf hebben opgebouwd. Hij laat ambtenaren uitleggen hoe je een bedrijf moet registreren en subsidie aanvragen.  

Vol vertrouwen vooruit komen 

De regio Kwale is altijd al een plaats met meerdere religies, maar begrafenissen, bruiloften, ziekte en oogst brengen mensen vaak weer samen. ‘We zijn hier moslims, christenen en traditionelen', zegt hij. 'maar weten allemaal wat het is om te lijden en we weten allemaal wat het is om te helpen. Daar gaat het om.' Juma dringt aan op respect voor elkaar, afmaken waar je aan begint en op tijd komen. Hij herinnert jongeren aan waarden die ze al kennen vanuit kerk en moskee: eerlijkheid, discipline, plichtsbesef, dienstbaarheid en zorg voor kwetsbaren. Als de jongeren van Kwale aan die oude waarden kunnen vasthouden, terwijl ze sparen, plannen, werken, als ze weer in zichzelf gaan geloven, dan bouwen ze iets blijvends op. Dan kunnen ze samen hun eigen leven en samenleving beter maken. 

Dit werk in Kenia maakt onderdeel uit van het door Kerk in Actie opgezette programma Shared Futures. Als jongeren met verschillende achtergronden samen aan hun toekomst kunnen bouwen, kan dit radicalisering tegengaan. Shared Futures loopt ook in Pakistan, Kameroen, Egypte en Ghana en gaat najaar 2025 in Nederland van start. 

Steun dit werk  

Gebaseerd op de tekst van Balozi Mwambire, Kenia 

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)

Andere verhalen

Uit dit project