Tropisch tuinieren: van halaman naar kebun
Misschien komt het door een gebrek aan contact met mensen, als gevolg van corona, maar sinds onze terugkeer in Yogyakarta zijn planten en bomen een belangrijk onderdeel van ons leven geworden. Groen is natuurlijk sowieso onvermijdelijk in het land dat wereldwijd op de derde plek staat wat omvang van regenwoud betreft. Bovendien is ecologie ook een belangrijk onderdeel van mijn werk. Daarom de komende maand deze driedelige serie over tropisch tuinieren, met als eerste deel onze eigen tuin.
Binnen en/of buiten
Toen we hier begin 2020 aankwamen mochten we kiezen tussen een huis zonder of met tuin, een absolute luxe. De keuze was makkelijk: het buitenleven is een van de voordelen van wonen en werken in Indonesië. Het onderscheid tussen binnen en buiten is in deze context überhaupt minder scherpt dan in Nederland. De meeste planten die we hier buiten zien, zijn in Nederland kamerplanten. Hier kunnen ze binnen en of buiten. Zo hadden we de “kamerplant” hieronder voor onze terugkeer in april in de achtertuin gezet, in de hoop dat die zou overleven en troffen we hem in prima staat aan in oktober.
Een oude tuin in ontwikkeling
In het Indonesisch zijn diverse woorden voor tuin, waaronder: halaman en kebun. Halaman is meer als erf (een ongecultiveerde tuin), terwijl kebun misschien meer als tuin vertaald kan worden. Onze tuin is een beetje van beide. Een deel van onze tuin is waarschijnlijk ouder dan wijzelf, waaronder onze mangoboom.
Toen we eind oktober terugkeerden lag de tuin vol mango’s, de alle daaropvolgende dagen werden dat steeds meer. De meeste mango’s hebben we moeten weggeven, simpelweg omdat we geen tientallen per dag konden eten.
Nu het mangoseizoen ten einde is voltrek zich een nieuw wonder: op diverse plekken groeien kleine mangoboompjes. De pitten van de mango’s zijn niet eens geplant, maar krijgen zelfs aan het oppervlakte genoeg voeding om te groeien. Sterker nog: een boompje heeft zoveel groeikracht dat de pit omhoog wordt geduwd.
Alles groeit
Die groeikracht is ook te zien in het deel van de tuin dat we al gecultiveerd hebben. Via-via kwamen we in contact met een Indonesische familie die graag hun planten aan ons wilde doneren. Nadat we ze bij deze familie uit de tuin hadden gehaald zijn ze, met hulp van een bestelbusje, naar onze tuin vervoert.
De meeste planten waren zeker een paar uur uit de grond en lagen in de brandende zon. Bovendien had de verplaatsing de wortels van veel planten behoorlijk beschadigd. Dit bleek echter geen probleem. De familie had ons beloofd dat we de planten enkel in de grond moeten steken de eerste dagen wat water moeten geven, het regenseizoen en de zon zou de rest doen. Dat bleek correct, vrijwel alle planten hebben zich zonder problemen in onze tuin geworteld.