Abiba en Memunatu wonen in het droge noorden van Ghana. Een bijzondere regio waar karitébomen groeien. De karitéboter die je daarvan kunt maken is tegenwoordig heel gewild in veganistische boter en in cosmetica. Een uitgelezen kans dus voor arme boerinnen om hun leven te verbeteren. Boerin Abiba leerde karitéboter maken en Memunatu leerde hoe ze meer geld voor haar noten kan krijgen. Helpt u mee om meer vrouwen deze kans te bieden? Juist in deze corona-tijd is dat extra welkom.
Ik ben weer thuis aangeland te midden van winkels vol sinterklaas en kerstbomen, onze nette huizen en straten en wegen, waar alles zo goed geregeld is. Bij de kachel en het frisse winterweer probeer ik al mijn intense Ghana-ervaringen te laten landen.
Zoals het zuiden van Ghana bekend is vanwege haar cacao, zo is het noorden bekend vanwege de karitenoten en de kariteboter die men daarvan maakt. Van mei tot augustus rapen vrouwen uit de dorpen van jongs af aan al karitenoten van de karitebomen. Sommigen hebben een boom bij huis die hun eigendom is, maar vaker rapen ze op gemeenschappelijke grond. Vandaag bezoek ik een landbouwproject van de Presbyteriaanse Kerk, die de kariteboerinnen wil professionaliseren en versterken, zodat ze geen honger meer hoeven te lijden.
Akantoile, Latifa en Ama Nuhu zijn blij met de steun van de Presbyteriaanse kerk in Ghana. De boerinnen rapen kariténoten van de sheaboom. De kerk begeleidt hen, zodat ze leren samenwerken en hun leven verbetert. De vrouwen verkopen hun oogst nu eerst aan de gezamenlijke opslag van de coöperatie, die de noten pas door verkoopt als de prijs hoog is. Ze doen mee in spaargroepen, waar ze iedere week aan bijdragen en om beurten van mogen lenen. Het lijkt iets kleins, maar voor deze vrouwen, die altijd hard moeten werken om de eindjes aan elkaar te knopen, is het van grote betekenis.