Anders boeren in Indonesië valt niet mee
“Laten we alternatieve boeren zijn die niet alleen productie als doel voor ogen hebben.” Met deze introductie begint dominee Eko, de directeur van Yabima (Zuid-Sumatra, Indonesië), een tweedaagse cursus voor boeren. Maar, dat blijkt niet eenvoudig te zijn
Yabima is de diaconale organisatie van de Christelijke Kerk van Zuidelijk Sumatra (GKSBS) en begeleidt al sinds 1989 boerengroepen. De stafmedewerkers van Yabima stimuleren de boeren om “in harmonie met de natuur” te leven.
Terug in de schoolbank
Momenteel begeleidt Yabima zes boerengroepen. In de meeste groepen zitten niet alleen christelijke boeren, maar ook islamitische en een enkele hindoe. Deze tweedaagse cursus staat niet op zichzelf. Directeur Eko (foto) en de overige stafmedewerkers van Yabima gaan regelmatig naar de boerengroepen toe. En een aantal keer per jaar komen afgevaardigden uit elke groep bij elkaar in “het vriendenhuis”, het kantoor van Yabima, voor een cursus. Deze keer met als thema “Kritisch onderwijs voor vrijheid. De strijd van boeren voor soevereiniteit en zelfstandigheid”. Voedselzekerheid, toegang tot voldoende voedsel, als doel is niet voldoende, want vaak zijn het de grote landbouwbedrijven die beter toegang hebben dan de kleine boeren. Het zou volgens Yabima moeten gaan om voedselsoevereiniteit, want wanneer boeren voedsel produceren voor hun eigen regio, zorgt dit voor een gezondere, meer cultureel passende en duurzamere voedselvoorziening. Bovendien wordt de voedselketen zo ingekort en betekent dit meer winst voor de kleine boer. Voedselsoevereiniteit is een alternatieve visie voor een meer samenwerkingsgerichte, sociaal rechtvaardige en ecologische landbouw waarbij de controle en macht bij gemeenschappen ligt. Vanwege dit zeer serieuze onderwerp zitten de cursisten niet zoals gewoonlijk aan tafels in een u-vorm, maar in de opzet van schoolbanken.
Voedsel en macht
De boeren worden tijdens de cursus flink uitgedaagd om te reflecteren op wie zij zijn. “Wie is de boer?”, vraagt Serun, stafmedewerker van Yabima en facilitator van de eerste sessie. “Zien we onszelf alleen als productiemachines, voedselvoorraadaanleggers of...?” Hij neemt de boeren mee de geschiedenis is. Al vanaf de koloniale tijd tot en met vandaag de dag gaan politieke belangen gepaard met landbouw en voedsel. In verkiezingstijd wordt er bijvoorbeeld vaak voedsel uitgedeeld om stemmen te trekken. Met andere woorden, aldus Serun: “Macht over voedsel staat gelijk aan politieke macht”. Suko, een van de deelnemers, deelt hoe hij steeds vaker voedsel als “leven” ziet. “Dus als wie macht heeft over het leven voedsel, politieke macht heeft, dan moeten wij boeren het leven beschermen!”
VoedselBrigade
In de tweede sessie geeft Rio, hij werkt voor de overheid, een inleiding over de “VoedselBrigade”. Dit is een programma opgezet door het Ministerie van Landbouw onder de regering van Prabowo die sinds oktober 2024 president van Indonesië is. Deze VoedselBrigades hebben als doel om de voedselzelfredzaamheid te versnellen en de landbouwproductiviteit te verhogen met behulp van moderne technologie (tractoren e.d.) en het betrekken van de jongere generatie.
Na de inleiding van Rio is er ruimte voor vragen en feedback. Eerst blijft het even stil en lijkt het of dit onderwerp niet zo veel oproept, maar uiteindelijk barsten heel wat kritische vragen los. “Wat is het voordeel voor ons boeren?” “Hoezo is er moderne technologie nodig? Dit maakt de grond alleen maar kapot!” “Waarom is er weer een nieuw bureaucratisch systeem opgezet die veel geld kost en waar veel andere mensen van profiteren, maar wij boeren niet?” Zelfs Rio die voor de VoedselBrigade werkt, maar in het verleden vaak mee heeft gedaan met programma’s van Yabima, heeft weinig antwoorden. Hij begrijpt de vraagtekens van de boeren heel goed. In kleinere groepjes wordt er verder doorgesproken over de VoedselBrigade. Wat zouden de boerengroepen zelf kunnen doen als ze met de VoedselBrigade geconfronteerd worden?
Volgens Pino, een van de stafmedewerkers van Yabima, heeft de kritiek alles te maken met de overheid die (weer) inzet op “food estates”: grootschalige agrarische projecten die niet in het voordeel zijn van zowel de kleine boer, als van de natuur. Het lijkt een herhaling van de “groene revolutie” onder president Soeharto (1969-1998): zoveel mogelijk productie van één gewas (monocultuur). En weer gebruikt de overheid een top down model: van bovenaf worden de VoedselBrigades gedropt, terwijl er in Indonesië bijvoorbeeld al allerlei soorten boerengroepen zijn.
Kadervorming
De tweede dag staan de deelnemers stil bij kadervorming. Pino maakt in een interactieve sessie duidelijk dat kader “a la de overheid” vooral een top down gebeuren is: de overheid heeft bijvoorbeeld bepaalde data nodig over baby’s, senioren, boeren, enz. De vraag wordt van bovenaf aangestuurd. Het kader zoekt deze data.
De boerengroepen werken op een alternatieve manier, bottom up: via cursussen over agrarische ecologie, door bewustzijn van wat er in de samenleving gebeurt komen boeren zelf in beweging. Boeren bespreken met andere boeren de voor- en nadelen, zetten anderen in beweging om samen op te trekken. Yabima wil hierbij als een vriend boerengroepen begeleiden.
Niet alle boeren die aan de cursus deelnemen voelen zich bekwaam als “kader”. Ze hebben het idee dat ze alles moeten weten en kunnen, terwijl ze nog niet alle rechtsregels kennen. Daarnaast vinden veel boeren het moeilijk om alle leden van de boerengroep bij elkaar te krijgen. Volgens Miko, één van de deelnemers, gaat het eigen belang nog vaak voor het groepsbelang. “En soms ontbreekt de passie en het enthousiasme gewoon in onze boerengroep”.
Tot slot
Na het bijwonen van deze tweedaagse cursus wordt mij via verschillende wegen duidelijk dat het nog niet meevalt om een alternatieve boer en boerengroep te zijn in Indonesië. Verder ben ik zelf bovendien nieuwsgierig of en hoe ieders geloofsovertuiging een rol speelt bij boeren hier. Iets voor een volgende keer.
Henriette tijdens een gesprek in kleine groepen