Christelijke organisaties zetten zich in voor migranten in Hongkong
Twee keer per jaar geeft Robert Doornenbal les aan studenten van het Lutheran Theological Seminary in Hongkong. Tijdens zijn verblijf krijgt hij gaandeweg steeds meer inzicht in welke noden deze wereldstad kent en hoe christenen hierin proberen te voorzien.
Door Robert Doornenbal
Op zondag wandel ik vaak met studenten door Hongkong, voor en na de kerkdienst waar we heengaan. En altijd komen we dan groepjes domestic workers tegen. De ruim 370.000 ‘huis-houdelijk werkers’ zijn veelal afkomstig uit de Filippijnen, en daarnaast uit o.a. Indonesië, Sri Lanka, Nepal, India, Pakistan, en Afrika (bijv. Kenia). Zondag is hun enige vrije dag. Doorde-weeks werken ze ‘around the clock’: schoonmaken, koken, zorgen voor kinderen of ouderen, etc. Ze hebben geen eigen woonruimte, daarom ontmoeten ze elkaar op straat, in metrosta-tions of parken. Met hun magere salaris proberen ze hun familie- of gezinsleden in hun land van herkomst te ondersteunen. Domestic workers leven – soms jarenlang – gescheiden van hun familie, echtgenoot en/of kinderen thuis. Hun leven is zwaar: ze brengen grote persoon-lijke offers. Hun eenvoudige motto luidt: ‘Geef me genoeg te eten en tijd om te slapen’. Maar soms is hun zelfs dít niet vergund. Er zijn veel schrijnende verhalen van uitbuiting, machte-loosheid, rechteloosheid, eenzaamheid en lijden.
Discriminatie, uitbuiting, mishandeling
Maria*) bijvoorbeeld werd gedwongen om ook op zondagmiddagen te werken. Haar slaapplaats was een te kleine plank in een nauwe kast (in een groot huis!). Als gevolg hiervan sliep ze slecht en had ze chronische pijn in haar rug. Daarbovenop kreeg ze borstkanker. Maar haar werkgever steunde haar niet bij het vinden van passende medische hulp. Dit is typerend voor hoe domestic workers soms nauwelijks als mens worden gezien. Ze worden dan behandeld als iemands persoonlijk bezit en als disposable – weg te gooien na ‘gebruik’, of zelfs: na misbruik. Zo werd Lisa*), 22 jaar jong, seksueel lastiggevallen door haar mannelijke werkgever. Ze voelde zich zo machteloos en getraumatiseerd dat ze zelfdoding overwoog. Door hulp van christenen kwam ze uit het dal.
Een vriendelijk hart
Twee christelijke organisaties in Hongkong zetten zich in voor domestic workers zoals Maria en Lisa. Christian Action, opgericht in 1993, en Bethune House, opgericht in 1986 en partner van Kerk in Actie. Het is indrukwekkend en bemoedigend om te zien hoe deze twee organisaties de ‘werken van barmhartigheid’ uit Matteüs 25:31-46 heel concreet in praktijk brengen. Bijvoorbeeld het bijstaan van wie als ‘vreemdeling’ wordt gediscrimineerd, en wie ‘gevangen’ zit in onrecht; denk ook aan het bezoeken van zieken, het voorzien in huisvesting en kleding, en het geven van water aan wie dorst heeft, óók als het gaat om hun ‘dorst’ naar recht en gerechtigheid. Samen met studente Polly sprak ik recent met een van de medewerkers. “Jezus is betrokken op mensen in de marge, onrecht laat Hem niet onverschillig”, zei ze. “Evenzo geldt voor ons: wij kunnen en willen niet lijdzaam toezien hoe mensen onrechtvaardig worden behandeld en uitgebuit – we willen hier iets aan doen!” De lokale rechter met wie ze regelmatig te maken hebben, zegt onder de indruk te zijn: “They have a kind heart to do the right thing”, ze hebben een vriendelijk hart om het juiste te doen.
Transformatie in christelijke gemeenschap
Een van mijn studenten, John uit India, heeft ook een vriendelijk hart en dito ogen. Op een zondag neemt hij me mee naar de snel groeiende gemeente domestic workers uit de Filippijnen waar hij zich voor inzet. “Hier worden deze vrouwen echt als mens ‘gezien’ – in hun nood, hun verlangens, hun persoonlijke gaven en talenten ook”, vertelt John. “Daarom blijven ze komen.” Stralend vervolgt hij: “En weet je wat, Robert? Twee van de dames die daar nu staan te worshippen, waren twee jaar geleden helemaal aan lagerwal geraakt – en nu zijn ze mijn mede-leidinggevenden! De relatie met hun gezin is hersteld, ze sturen weer geld naar huis, ze hebben weer een doel in hun leven. Dit is een voorbeeld van transformatie door Gods genade en zijn Geest, die werkt in en door de christelijke gemeenschap.”
*) Niet haar eigen naam.
Foto: Bethune House (de vrouwen op de foto zijn niet de vrouwen die in het artikel aan het woord komen)