Talitha

Slap en grauw hangt ze in de armen van haar moeder. Of we haar alstublieft naar het ziekenhuis willen brengen.

Stop

Op weg naar Chipata in het oosten van Zambia staat de eenzame weg opeens vol met mensen. We remmen af. Een vrouw houdt onze auto tegen, gebaart de mensen aan de kant te gaan en loopt haastig naar ons toe.  Marike draait het raampje open. We hebben hier een heel ziek meisje. Ze moet naar het ziekenhuis in het dorp verderop. Willen jullie haar en haar moeder daar alstublieft brengen?’ De mensen aan de kant van de weg praten druk met elkaar. Een paar secondes later zit een moeder met een doodziek kind op schoot bij ons in de auto.

Beduusd

We rijden flink door. Gelukkig gaan de ogen van het meisje open. En drinkt ze wat water. We proberen duidelijk te maken dat we voor haar bidden. Bij de lokale kliniek, zo’n 20 km verderop zetten we ze af. Ze lopen snel naar binnen en wij rijden beduusd verder. Mooi wat die vrouw deed: was ze een verpleegster die niks meer voor het meisje kon doen behalve ons vragen haar mee te nemen? Gelukkig dat het meisje haar ogen open deed: wat als ze in onze auto zou zijn overleden? Fijn dat we het konden doen: wat als wij hier niet hadden gereden? We geven het meisje de naam Talitha. ‘Talitha’ is wat Jezus zei tegen het dochtertje van Jairus: ‘talitha kum’, meisje sta op.

 In Gods hand leggen

Of Talitha nog leeft en zo ja hoe het met haar gaat weten we niet. Even mochten we met haar oplopen. Van daarvoor hebben we geen idee. Van daarna ook niet. Talitha staat symbool voor wat we in vijf jaar Zambia vaak hebben ervaren: je mag even met iemand oplopen. Wat daaraan voorafging in iemands leven is ons grotendeels onbekend. Ook als mensen er wel iets over vertellen kunnen we het nauwelijks invoelen. Hoe het na ons verdergaat met iemand weten we ook niet. Binnenkort moeten we de mensen in Zambia loslaten. Dat geeft mixed feelings: in mensen hebben we hier veel ontvangen, ook iets mogen geven. Nu het bijna tijd is om te gaan leggen we de namen van Talitha en al die anderen in Gods hand. Hij is er en Hij blijft.