Doorgaan naar hoofdinhoud subline-curl

Timor: afvalraapster wordt getalenteerd muzikant

Wie opgroeit in een ongezonde woonomgeving tussen afval, moet over flink wat doorzettingsvermogen bezitten om iets van het leven te maken. Wat hulp op het juiste moment kan levens veranderen, ervaarde straatmeisje Nova toen ze de christelijke organisatie Dreamhouse ontmoette.

Hartzeer om je moeder te zien lijden 

Nova vindt het moeilijk om over haar thuissituatie te vertellen. “Ik kom uit een simpel gezin”, zegt ze vol hartzeer. We ontmoeten dit 16-jarige meisje op het Indonesische eiland Timor in de hoofdstad Kupang, als ze muziekles krijgt. Ze leer de sasando bespelen, een traditionele citer gemaakt van bamboe en een palmblad. Nova is de jongste uit een gezin met tien kinderen. Ze barst in tranen uit als ze over haar moeder vertelt: “Het moeilijkste vind ik als ik mijn moeder hoor klagen en ik niks voor haar kan doen.”  

Wonen in het afvalputje van de stad 

Later bezoeken we Nova thuis en ontmoeten we haar liefhebbende moeder Yakuba (64). Ze wonen in een zelfgemaakt onderkomen van hout en golfplaten in een bossage langs een snelweg, omgeven door afval. Moeder vertelt vriendelijk en gelaten over hun situatie: “We wonen hier met 23 families van verschillende eilanden: Timor, Alor, Sumba en Rote. We zijn allemaal afvalrapers en leven hier samen. Maar van de overheid moeten we steeds weer weg. Voorlopig gedogen ze ons hier.” Als we het donkere huis in stappen zien we verschillende vertrekken: een soort huiskamertje, waarin een donker slaapvertrek wordt afgeschermd met doeken, en een soort keuken met een rokerige vuurplaats. Onvoorstelbaar dat hier negen mensen wonen, die hier waarschijnlijk ombeurten slapen en schuilen. Ongezond ook. Ze zullen merendeels buiten verblijven.  

‘Als we werken ontvangen we Gods zegen’ 

In de huiskamer hebben ze een soort altaar gemaakt, waar de foto van Nova’s vader hangt. “Mijn man is 5 jaar geleden overleden. Ik moet wel blijven werken. Als we werken ontvangen we Gods zegen. Ik wil zorgen dat mijn kinderen naar school kunnen gaan. Nova helpt me na schooltijd altijd, als ik dat vraag. Ik verzamel plastic, sorteer het, maak het schoon en verkoop het aan een opkoper. Als er genoeg geld is, kunnen we samen eten.” Als er niet genoeg is, moet ieder zelf zijn kostje bij elkaar verdienen. “Toen mijn kinderen snacks verkochten in het winkelcentrum, hebben ze iemand van Dreamhouse ontmoet. Die kwamen hier vragen of mijn kinderen met hen mee mochten naar hun centrum. Dat vind ik goed, want ze leren daar vanalles en ze worden er blij van.”  

Nova ontwikkelt nieuwe talenten 

Nova is bezorgd, omdat haar moeder niet gezond is en vaak naar het ziekenhuis moet. Maar ze ziet ook dat ze haar moeder blij maakt als ze na schooltijd niet alleen meehelpt met het plastic sorteren en schoonmaken, maar als ze ook haar talenten ontwikkelt. Nova blijkt erg goed in hardlopen en blijkt een getalenteerd sasando-speler. “Ik speel nu twee jaar sasando. Het is een snaarinstrument van het eiland Rote. Omdat het heel veel snaren heeft, vinden veel mensen het moeilijk om te spelen. Maar we hebben een leuke leraar, die erg aardig en geduldig is. Hij leert ons steeds nieuwe liedjes spelen.”  


Een ‘cool’ beroep 

Het geeft Nova eigenwaarde dat ze zo’n moeilijk instrument kan bespelen. Ze treden wel eens op, zelfs in een naburige kerk. Nova wil dolgraag vooruit komen in het leven. “Toen ik nog op de basisschool zat, raapte ik afval vlakbij een politiebureau. Toen zag ik politievrouwen en dacht ik: het is echt cool om politieagent te zijn. Dat wil ik ook worden.” 

Steun dit werk 

Kerk in Actie partner Dreamhouse begeleidt ieder jaar 350 kinderen in Kupang (Timor) en Yogyakarta (Java) in Indonesië. Steun dit werk via het programma Werelddiaconaat met een bijdrage op rekening NL89 ABNA 0457 457 457 t.n.v. Kerk in Actie te Utrecht o.v.v. Straatkinderen Indonesië of doneer online. Hartelijk dank!

Steun dit werk

Steun dit werk als kerk via actieland Indonesië.

Sasandospelers sluiten hun les af met gebed, voordat ze weer naar huis gaan. Foto's: Manimbul.

Over dit project

In de Indonesische steden Yogyakarta (Java) en Kupang (Timor) leven nog steeds kinderen op straat. Sommigen worden door hun ouders meegenomen om op drukke verkeerspleinen te helpen bij de verkoop van kranten of etenswaren. Anderen worden aan hun lot overgelaten en moeten zichzelf zien te redden. De organisatie Dreamhouse kijkt naar hen om. 
Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)

Andere verhalen

Uit dit project

Blijf op de hoogte van Een betere toekomst voor straatkinderen