Hoe bijbelonderwijs in eigen taal Latifa vooruit helpt
Latifa (15) woont in een afgelegen dorp in Noord-Ghana. Iedere dinsdag gaat ze na schooltijd naar de bijbelclub in haar dorp. Dat heeft haar geholpen goed te leren lezen. Ze leest thuis graag voor uit de Bijbel in haar eigen taal, waar andere gezinsleden graag naar luisteren.
Zonder vader is het leven nog moeilijker
Latifa weet dat het niet vanzelfsprekend is dat ze naar school gaat. Sinds haar vader drie jaar geleden overleed, moet haar moeder Fatimata alle eindjes bij elkaar knopen om ieder jaar het schoolgeld voor Latifa bij elkaar te schrappen. Latifa schiet vol als ze daar over praat. Moeder Fatimata verdient het geld door sheaboter te maken van noten van de sheabomen, die in de buurt groeien. Die verkoopt ze aan een handelaar. Moeder bekent: “Soms is het allemaal te veel voor me.” Latifa zit nu in de laatste klas van de middelbare school. Een grote kans dat verder leren niet meer mogelijk is.
Van school af en het land bewerken
Haar zussen en broer konden na de dood van haar vader niet meer naar school. Haar oudste zus moest al jong trouwen en heeft nu een kind om voor te zorgen. Haar broer moest hun land gaan bewerken en werd kostwinner. Een uur lopen van hun eenvoudige huis, verbouwt hij pinda’s, mais, cassave, yam en pepertjes. De oogst is vaak mager, zeker als het lang droog is.
Latifa is een doorzetter en een aanpakker
Maar Latifa is een aanpakker. “Ik hou van werken”, zegt ze. Als ze 5 uur ’s morgens wakker wordt begint ze met huishoudelijk werk. “Ik veeg eerst ons erf. Daarna ga ik water halen bij de pomp. Dan was ik me. Om 6 uur ga ik naar school, een uur lopen. Van 7 uur tot 2 uur ‘s middags heb ik les. Ik zit in een klas met 30 kinderen.” Na schooltijd leert Latifa weven, onder de boom vlakbij haar huis.
Goed onderwijs helpt verder
Ook gaat ze iedere dinsdag naar de bijbelklas in haar dorp. “Omdat ik goed wil leren lezen en ook omdat ik Gods Woord wil leren kennen.” Ze houdt vooral van het verhaal over de Schepping. “Als ik thuis ben in mijn vrije tijd, lees ik uit de Dagbani bijbel. Ik lees ook mijn familie en buurkinderen voor.” Het is het enige boek in huis. En dat maakt indruk. Ook moeder Fatimata die zelf nooit naar school kon, luistert ademloos mee. “Als ze mij voorleest, dan weet ik dat dit ons kan helpen. Door goed onderwijs kan Latifa meer geld verdienen. En dat zal ons allemaal goed doen. Ik bid voor een goede gezondheid en dat God niet toestaat dat we gebrek lijden.” Alle hoop is op Latifa gevestigd, die zegt: “Ons dorp gaat zich ontwikkelen. Ik wil graag verder leren en familieleden helpen, die niet naar school kunnen. Ik wil dat mijn dorp zich ontwikkelt. Ik zou graag dokter worden.”
Via bijbelclubs in afgelegen dorpen leren meisjes als Latifa beter lezen en horen ze hoopvolle bijbelverhalen, die hen inspireren de moed nooit op te geven. Bedankt voor je steun aan de bijbelclubs in Noord-Ghana.