Koeienjongen
‘Toen ik klein was besloot mijn moeder dat ik koeienjongen (‘cattle boy’) zou worden. Mijn vader was toen al overleden’. Hierbij het verhaal van Giborn, tweedejaars student op Justo Mwale.
Op de kudde passen
‘Ik haalde ’s morgens de koeien uit de kraal en zorgde overdag dat ze genoeg gras en water kregen. De koeien waren niet van ons maar van buren en andere mensen uit het dorp. Mijn moeder had echt het beste met me voor: als je vier jaar op een kudde past krijg je als beloning een koe. En het hebben van eigen vee betekent dat je kapitaal hebt en niet arm meer bent. Maar het was ook zwaar, toen ik een jaar of 12 was paste ik op meer dan 100 koeien, en als er een koe weg was of gewond werd ik geslagen’.
Grootmoeder
‘Toen ik 16 was had ik een eigen koe maar ik kon niet lezen of schrijven. Mijn moeder was inmiddels ook overleden en mijn grootmoeder zorgde voor mij en mijn broers. De zoon van de boer waar ik voor werkte vertelde me dat onderwijs belangrijk was. Toen ik 17 jaar was ging ik naar grade 1. In het begin was dat moeilijk, ik zat met kleine kinderen in de klas, maar ik zette door. Later kwam er een speciale klas voor cattle boys. We konden de klassen versneld doen, ik mocht zelfs door naar grade 10. Met onderbrekingen lukte het me grade 12 af te maken. Soms ging ik een tijd niet naar school omdat er geen geld was, al deed mijn grootmoeder haar uiterste best om voor ons te zorgen. Ze had niet veel geld maar ze was wijs en had een groot geloof.’
“Ik was al 17 toen ik voor het eerst naar school ging! Ik zal andere mensen dus aanmoedigen niet op te geven”
Mijn achtergrond helpt
‘En nu, nu ben ik op Justo Mwale en studeer ik voor predikant. Ik ben getrouwd met Evelyn en we hebben een zoontje, Chisomo. Met mijn achtergrond wil ik andere mensen helpen en een voorbeeld voor ze zijn. Ik was al 17 toen ik voor het eerst naar school ging! Ik zal andere mensen dus aanmoedigen niet op te geven. Ik zal ook getuigen dat God echt een vader is voor de vaderlozen! Bovendien weet ik goed wat het is om een herder te zijn: als er een koe weg is, zal ik net zo lang zoeken tot ik het gevonden heb.’
