“Mijn hart is gebroken”
Zes jaar geleden vluchtte Shadi Haddad vanuit Syrië naar Nederland. Niet veel later volgden zijn vrouw Yara en hun kinderen. Afgelopen vrijdag ontvingen ze hun Nederlandse paspoort, en vierden ze een klein feestje. Eindelijk vrij en veilig, zo voelden ze zich. Maar de feestvreugde werd een paar dagen later wreed overschaduwd door verschrikkelijk nieuws uit hun geboorteland.
Familie in getroffen gebied
Een verwoestende aardbeving had Syrië getroffen, en ook Latakia, de plaats waar Shadi en Yara vandaan komen. Er wonen veel familieleden, vrienden en kennissen van hen in deze stad, vlakbij de grens met Turkije.
De ouders van Shadi schrokken ‘s nachts rond kwart over 4 wakker, vertelt hij. “Ze hebben vaker lichte aardbevingen meegemaakt, maar ze wisten meteen: dit is anders. Het beven duurde langer en werd steeds heftiger. Uit de aarde klonk een vreemd geluid. De muren van het huis begonnen te schudden, kasten vielen om, glaswerk brak kapot. Mijn ouders zijn de trap afgerend, in hun auto gesprongen en naar een plek gereden waar geen gebouwen staan. Meer mensen kwam daarnaartoe, in hun pyjama, zonder jas. Iedereen was in paniek uit huis gevlucht. En lang niet allemaal hadden ze een auto om in te schuilen. Terwijl het ijskoud was op dat moment, het regende en hagelde zelfs.”
Shadi met zijn ouders in betere tijden
Trilling
Maar, zegt Shadi, deze mensen hebben nog de kans gehad om te vluchten. Hij is dankbaar dat zijn ouders, schoonouders en andere familieleden nog leven. Vrienden uit de kerk van Latakia, een vader, moeder en drie kinderen, hebben de ramp niet overleefd.
Shadi’s ouders hebben ook de nacht erna in hun auto doorgebracht. Ze durfden niet terug naar huis. Inmiddels zijn ze, samen met andere familieleden, bij de oma van Shadi ingetrokken. In haar huis, laagbouw, voelen ze zich redelijk veilig. “En ze hebben steun aan elkaar”, zegt Shadi. “De impact van de aardbeving is enorm. Mijn moeder voelt de trilling nog steeds in haar lijf. Bij elke naschok begint ze te rennen. Experts geven aan dat de aarde nog niet rustig is, en dat kun je voelen. Er is veel bezorgdheid over wat er misschien nog gaat komen.”
Rouw
Shadi begrijpt niet waarom Syrië ook déze ramp moet overkomen. “Na 12 jaar oorlog, covid, een diepe economische crisis… Het land zit aan de grond, er is armoede, mensen zijn ziek. Ik vraag me af: waarom doet God dit? Maar de mensen in Syrië stellen deze vraag niet. Iedereen die ik spreek, hoor ik zeggen: Alhamdoelillah. Dat is Arabisch voor: Dank aan God. ‘Dank aan God dat we nog leven’, bijvoorbeeld, of: ‘Dank aan God dat er geen nieuwe aardbeving meer is gekomen’. Na álles wat ze hebben meegemaakt, kunnen mensen in Syrië het nog steeds opbrengen om dankbaar te zijn en geloven ze dat God voor hen zorgt.”
“Mijn hart is gebroken”, zegt Shadi. “Ik rouw om mijn land. Maar als ik praat over Syrië, denk ik ook aan Turkije. En als ik praat over christenen, denk ik ook aan alle moslims. Ik bid voor iedereen.”
Shadi Haddad werkt als specialist migrantenkerken bij de Protestantse Kerk in Nederland.
Lees ook hoe de kerk van ds. Harout Selimian in Aleppo hulp biedt: